Kiezen en gekozen worden was het thema van deze maand in de schrijfopdrachten op deze website. Niet toevallig tegelijkertijd met de verkiezingen. Voor mij een punt, dit jaar, op wie ga ik stemmen? Met mij twijfelden velen.

En dan daarna de uitslag, met de VVD als grootste partij, en het grote verlies op links. Tegen alle verwachtingen in stemde Groningen dit keer mee met de rest van het land. Groot verlies voor de SP en de andere linkse partijen, die zich altijd zo hard maken voor het oplossen van de bevingsschade. Op facebook zie ik direct na de uitslag de verbijstering in de bevingsorganisaties: Hoe kan dit? Waarom stemmen Groningers zo? Wie zijn deze mensen, dat ze zo tegen ‘ons’ eigen belang in stemmen? Interesseert het ze niet, wat er hier, met ons, gebeurt? Zijn ze te laf, te apathisch, of gewoon blind? Teleurstelling, woede, cynisme, ik zag ze allemaal langskomen.

In eerste instantie deelde ik de verbijstering. Ach, Groningen. Land waar de huizen gescheurd zijn en de bevolking verscheurd wordt. Land waar de scheuren steeds groter lijken te worden. Maar met de dagen ging ik anders kijken.

Ik zie, ik voel iets schuiven in Groningen. Ik kan het niet aantonen met cijfers, maar ik voel het wel. Een toenemend verlangen, naar door mogen gaan, door kunnen gaan, naar toekomst met dingen waar je weer trots op kan en mag zijn, naar een wereld waarin we gewoon weer samen zijn, en niet verscheurd. De keuze tussen gelijk krijgen of gelukkig zijn, de keuze tussen jezelf te pletter lopen of buigen in de wind, de keuze tegen de gezichtsloze vijand die vertraagt en verdeelt, of de keuze voor een gewoon leven met mijn buren, waarin we gewoon nemen wat er over ons heen gekomen is. Het lijkt net alsof daar iets verschuift.

Een verschuiving van boosheid naar verlangen, van strijden tegen naar weer willen verbinden met. Alsof met het verplaatsen van geld en verantwoordelijkheid van Den Haag naar Groningen de strijd in een eindspel gekomen is, waarin de kans op echte winst uit het zicht verdwijnt.

Vanochtend sprak ik een bewoner over kiezen. Versterken of slopen? Of misschien toch verkopen of uitkopen? Het gaat eerst over geld, over recht hebben op. Dan gaat het over het huis, over de vraag of je van een nieuw huis kan gaan houden. Of dat het nieuwe huis altijd ook het verlies van het oude huis, en het daaraan klevende onrecht zal blijven herbergen. Zodat het met je mee blijft gaan, dat verlies, zolang je in dat nieuwe huis woont. En tenslotte gaat het opnieuw over kiezen. Een keuze voor doorvechten betekent ook al je energie nog jaren in de gulzige machinerie van procedures, cijfers en rapporten moeten steken, betekent woede, een marathon van woede en kiezen op elkaar klemmen. En dan is er nog die andere keuze. ‘Vluchten’, noemt Gronings Perspectief het. Maar voor veel mensen is dat ook een keuze vóór iets. Een vorm van vrijheid, een vorm van doorgaan. Ruimte maken voor de rest van het leven, dat zo lang al ondergesneeuwd raakte onder de bevingen.

Het lijkt lang geleden, mijn start als geestelijk verzorger in het aardbevingsgebied. Een van de eerste mensen die ik sprak zei toen tegen me dat hij een doelstelling had, voor zijn gemeenschap, voor over 10 jaar. Die doelstelling was gezamenlijk, als gemeenschap, zonder schade uit de ellende van de gaswinning tevoorschijn komen, en verder te kunnen gaan. Gezamenlijk. Die doelstelling draag ik sindsdien in een van de kamertjes van mijn hart met me mee.

Deze verkiezingsuitslag gaat overduidelijk niet meer over de gevolgen van de gaswinning. Wat hij wel vertelt? Misschien dat Groningers gewoon net als de rest van Nederland door de coronacrisis heen geloodst willen worden, dat we verlangen naar normaal doen en naar optimisme. Misschien ook wel dat we graag de stap willen nemen naar een samenleving waarin het weer ‘normaal’ wordt. En dat betekent in Groningen wel degelijk iets anders dan in de rest van Nederland. Los van of de verkiezingsuitslag daarvoor kan zorgen, is het wel iets dat ik meeneem van deze weken die gingen over kiezen en gekozen worden. Hoe kunnen we doorgaan? Ook na de grootste verliezen, ook na het grootste onrecht, ook na de teleurstelling, het wantrouwen en de onmacht? Hoe gaan we door? En vooral: hoe doen we dat samen?